Tijdens mijn zoektocht op het internet kwam ik bij toeval terecht op de website van de Galerie Napoléon, gevestigd te Parijs.
Groot was mijn verbazing om een prent terug te vinden met als onderschrift:" Nella miniera di Walerschet-sous-Genck (Belgio) in fiamme, la scena di terrore attorno alle gabbie degli ascensori, che venivano presi d'assalto da turbe d'operai dai visi anneriti e sconvolti e dagli abiti a brandelli. (Disegno di A. Beltrame).
Vrij vertaald: "De brandende mijn van Waterschei-sous-Genck (België) was het toneel van terreur rond de liftkooien, die werden bestormd door massa's arbeiders met zwartgeblakerde, geschokte gezichten en met gescheurde kleding.

Uit verder onderzoek bleek dat deze prent:
(a) van de hand was van de tekenaar Achille Beltrame, verbonden aan het weekblad "La Domenica Del Corriere"
(b) betrekking had op de mijnramp welke plaats had gevonden in de steenkoolmijn van Waterschei op 29 maart 1929;
(c) op de achterste pagina was afgedrukt van het voormelde weekblad de dato 14 april 1929. Hierdoor was ook de reden achterhaald waarom er geen hoofdding was gedrukt op de prent, het was immers geen frontpagina.
 

Gebeurtenissen:
Op zaterdagavond, 30 maart 1929, omstreeks 21.00 u. toen de middagpost (14.00 u. - 22.00 u.), die zich op 700 m. diepte bevond zich naar de liftkooi begaf, deed er zich plots een verschrikkelijke ontploffing van mijngas voor. Vlammen sloegen langs alle kanten. Een vreselijk toneel speelde zich af.
De verschrikte mijnwerkers vluchtten en zochten al schreeuwend en roepend een uitweg.
 

Wat was er gebeurd:
De schietmeester van dienst was rond die tijd onder toezicht van zijn ploegbaas, als voorbereiding voor de nachtploeg, zijn laatste patronen aan het afschieten in de zuidelijke werkpijler van de verdieping 700/658m.
In deze pijler werkten 23 mijnwerkers (schietploeg inbegrepen) en nog 8 anderen in een aangrenzende steengang.
Bij het ontsteken van de lont gemaakt van de veiligheidstof SGP (Sécurité-grisou-poussiéré) ontstond een geweldige knal. De drukgolf en de vlammen rolden bliksemsnel door de pijler, daarbij de huid en de longen van de aanwezigen verschroeiend . De 8 mijnwerkers in de aangrenzende steengang trachtten redding te zoeken in de aanpalende gangen.

Bovengronds was het bericht van de ontploffing en de daaropvolgende brand onmiddellijk gekend. Ook deed het nieuws de ronde in de mijnwerkerscités zodat er een toeloop ontstond van vrouwen en kinderen van de mijnwerkers aan de hekken van de mijn, in de hoop om nieuws te krijgen over het lot van een zoon, een echtgenoot, een vader.

De reddingswerken werden onmiddellijk begonnen en de ploegen daalden onder toezicht van de beschikbare ingenieurs in de mijn af. Het duurde uren voor de plaats waar de ontploffing zich had voorgedaan werd bereikt. En dan kwam het vreselijke nieuws voor de wachtende vrouwen en kinderen. Het ene na het andere afschuwelijk verminkte lijk werd naar boven gebracht. Zondagavond waren het er reeds 23 en later nog een 24ste.
Omdat de reddingswerkers er niet in slaagden de brand te blussen werd besloten een dam te bouwen en zo de vuurhaard in te sluiten. Terwijl de ploeg bezig was gebeurde op zondagmiddag, omtreekst 15.00 u. een nieuwe ontploffing. De instorting doodde nogmaals 3 reddingswerkers en 8 werden er zwaar gewond.

Zondag (31 maart 1929) namiddag, even voor 16.00 u. bracht wijlen Koningin Elisabeth, vergezeld door majoor Van Cauwenberghe, barones Grenier en gouverneur Verwilghen, een bezoek aan Waterschei. De koningin had voordien reeds familieleden van slachtoffers bezocht te Aarschot (Rillaar) en te Diest, en daarna gewonde mijnwerkers die naar de kliniek van Hasselt waren gevoerd.

Dinsdagmorgen, 2 april 1929, vond de begrafenis van de slachtoffers plaats. De kerkelijke plechtigheid werd geleid door Mgr. Kerkhofs, bisschop van Luik. Vele kronen en kransen waren gezonden door de diverse mijnwerkersafvaardingen uit de Kempen. Vooral de kroon vanwege de Koning en de Koningin (Albert I en Elisabeth) werd nieuwsgierig bekeken.

Rond 12.00 u. was de plechtigheid ten einde en werden de lijken naar het kerkhof in Genk overgebracht, waar zij werden begraven in een massagraf. Eén voor één werden de namen van de slachtoffers afgeroepen, waarna de kisten in het graf werden neergelaten. Hartverscheurende taferelen speelden zich hier af.

Bronnen & Links:
Maenen J., 2015. Pieter Franssen verongelukte tijdens reddingswerken in Waterschei in 1929. Heidebloemke, jaargang 74, nr. 6, blz. 13.
Bogers L., 1999. Grauwvuurontploffing te Waterschei op 30 en 31 maart 1929. Heidebloemke, jaargang 58, nr. 2, blz. 73
Galerie Napoléon
Achille Beltrame
La Domenica Del Corriere

Grauwvuurontploffing.jpg
 

 

 

 

 
We use cookies

Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.